Hoe een kleine club plotseling grote hoogte kan bereiken. Soms blijken sprookjes te bestaan en uiteindelijk toch ook weer niet. Want succes is ook hier geen toeval. Lees het interessante artikel van NRC Handelsblad journalist Michel Doodeman over de opkomst van een nieuwe sensatieploeg.
Foto: Kent Even Grundstad
FK Bodø/Glimt Een kleine club verovert Noorwegen met spectaculair voetbal en verbluffende prestaties. Over FK Bodø/Glimt, een sensatieploeg met een Nederlands tintje.
Het kleine Aspmyra Stadion, gelegen in Noord-Noorwegen, oogt voorafgaand aan de wedstrijd FK Bodø/Glimt - Aalesund niet bepaald als het toneel van een van de meest bijzondere voetbalverhalen van dit jaar. Alleen het vuurwerk, dat de grotendeels lege tribunes verlicht en de vroeg ingevallen duisternis voor even verdrijft, laat zien dat dit geen normaal duel is. Pas als de wedstrijd begint, wordt duidelijk waarom de thuisclub wereldwijd de aandacht trekt: Bodø/Glimt tikt Aalesund compleet zoek, de teller stokt bij 7-0. Kampioen zijn ze nog niet, maar het is wel de zoveelste monsterscore dit seizoen. Na de wedstrijd spreekt de doelman van Aalesund met een verslagen blik in de ogen en ontzag in zijn stem over „misschien wel het beste team ooit in Noorwegen”.
Bodø ligt ten noorden van de poolcirkel, ingeklemd tussen besneeuwde bergtoppen en de zee die tegen de rotsen beukt. Toeristen komen er voornamelijk vanwege het noorderlicht; dat het plaatsje ook een voetbalclub herbergt weten veel bezoekers waarschijnlijk niet, laat staan dat het de vakantiekiekjes haalt. FK Bodø/Glimt ligt verscholen, compleet afgelegen van de rest van de Noorse voetbalverenigingen: de dichtstbijzijnde club uit de hoogste divisie is Rosenborg BK, op 700 kilometer afstand. Een autorit van Bodø naar de Noorse hoofdstad Oslo duurt bijna zestien uur.
Los van de bijzondere ligging lijkt FK Bodø/Glimt op het oog een onopvallende club, die in 2016 nog uit de hoogste divisie degradeerde – kampioen werd de vereniging nooit. Nu is Bodø de plek waar zich een klein voetbalwonder voltrekt. De voorsprong op nummer 2 Molde FK bedraagt 18 punten, er werd dit seizoen slechts één keer verloren. Bodø/Glimt is een geoliede voetbalmachine die tegenstanders regelmatig vermorzelt en met zes of zeven doelpunten verschil naar huis stuurt, een spectaculaire ploeg die met een Paris Saint-Germain-achtige dominantie de eerste kampioen uit Noord-Noorwegen ooit kan worden.
Bij veel moderne underdogverhalen over clubs die plotseling de hemel bestormen, of toch op z’n minst een kijkje nemen daarboven, is er op de achtergrond sprake van een vermogende geldschieter of sponsor. Bij Bodø/Glimt is dat niet de reden van de imposante opmars: de website Transfermarkt rekende uit dat de club in totaal iets minder dan twee miljoen euro heeft uitgegeven aan transfersommen. Niet dit seizoen, maar in de gehele historie.
In Bodø worden, net als in heel Noorwegen, de laatste jaren aan de lopende band toptalenten uit de jeugdopleiding gehaald. De zelfopgeleide technicus Håkon Evjen werd, voor zijn transfer naar AZ, verkozen tot Speler van het Jaar in Noorwegen. Jens Petter Hauge speelde in de Europa League-voorronde tegen AC Milan zo goed dat de Italiaanse club hem vorige maand besloot over te nemen. De constante stroom van talenten en een uitgekiend scoutingsbeleid zorgt ervoor dat de club nauwelijks geld hoeft uit te geven om een sterk elftal neer te zetten.
Het is onmogelijk om één moment aan te wijzen waarop de opmars werd ingezet, maar eind 2017 werd wel een cruciale beslissing genomen. Trainer Aasmund Bjørkan besloot om zelf de rol van sportief directeur op zich te nemen, en zijn assistent Kjetil Knutsen naar voren te schuiven als hoofdtrainer. Het voelde als een gok: Knutsen had nog geen ervaring als trainer op het hoogste niveau, een jaar eerder werd hij ontslagen bij het lager spelende Åsane. Hij vernam het nieuws toen hij ’s ochtends de krant opensloeg.
Knutsen en Bjørkan gingen aan de slag om een nieuwe speelstijl te introduceren: ze wilden een hyperaanvallend, agressief elftal zien, een team dat negentig minuten lang druk kan zetten, geïnspireerd op Liverpool. Met snelle buitenspelers, energieke middenvelders en backs die niet bang zijn om voortdurend het vijandelijke strafschopgebied te bestormen. Het lukte de relatief onbekende jongens wonderwel om de speelstijl onder de knie te krijgen: vorig jaar zorgden ze voor een daverende verrassing door tweede te worden. Als Liverpool ‘heavy metal voetbal’ speelt, is Bodø/Glimt op z’n minst een uitstekende Metallica-coverband.
De staf van Bodø/Glimt wordt geroemd vanwege de aandacht voor details. De club meet alles: van de precieze hoeveelheid zalm die spelers tijdens de lunch moeten eten om genoeg proteïnen binnen te krijgen, tot aan de exacte bewegingen van de backs, die worden vergeleken met de bewegingen van de rechts- en linksback van ‘modelclub’ Liverpool om te zien hoe ze zich tot elkaar verhouden. „De afgelopen twee jaar heeft de club niets aan het toeval overgelaten. De spelers zijn fitter, sterker, sneller en beter getraind dan hun tegenstanders”, vertelt Robert Veiåker Johansen, verslaggever bij de Noorse krant Aftenposten. Hij is opgegroeid in Bodø en speelde in 1991 exact 21 minuten in het eerste elftal.
Op de achtergrond heeft de club nog een geheim wapen, dat na meerdere interviews en een verhaal in La Gazzetta dello Sport inmiddels niet zo geheim meer is: mental coach Bjørn Mannsverk, een voormalige jachtvlieger die werkte in Afghanistan. Hij werd in 2017 door Bodø/Glimt aangesteld en drukt sindsdien zijn stempel op de club: hij houdt een-op-een-gesprekken met spelers en heeft ervoor gezorgd dat een deel van de selectie elke ochtend mediteert voor de training. Veiåker Johansen vertelt dat middenvelder Ulrik Saltnes in 2017 overwoog om te stoppen met voetballen vanwege de hevige buikpijn die hij telkens voelde als hij moest spelen, veroorzaakt door prestatiedruk en stress. Mede dankzij de hulp van Mannsverk en trainer Knutsen, die lof krijgt voor het creëren van een ‘open’ cultuur binnen de club, verdwenen de klachten. Inmiddels is Saltnes een van de sterspelers van de competitie.
In juni dit jaar, toen de eerste coronagolf geluwd was, begon Bodø/Glimt met tien gewonnen wedstrijden achter elkaar indrukwekkend aan het nieuwe seizoen. Vooral de manier waarop de overwinningen tot stand kwamen was spectaculair: Haugesund en Aalesund werden weggevaagd (6-1), SK Brann kreeg een 5-0 nederlaag om de oren. In de eerste zeven wedstrijden scoorde Bodø/Glimt dertig keer, een Noors record. Door de continue pressing „wisten tegenstanders soms niet waar ze het moesten zoeken”, vertelt Joshua Smits, de Nederlandse doelman die sinds juni bij de club speelt.
Bodø/Glimt heeft het moordend hoge tempo en de topprestaties het hele seizoen vast weten te houden: er werd slechts één keer verloren en twee keer gelijkgespeeld, de rest van de competitiewedstrijden werden gewonnen. De sensatieploeg scoorde 83 keer in 24 wedstrijden, gemiddeld ruim drie doelpunten per duel. Zowel in binnen- als buitenland oogst de club waardering met het spel, zelfs The New York Times schreef over een verhaal over de Noorse koploper, midden tussen de stukken over de Amerikaanse presidentsverkiezing.
In Bodø gaat het al weken over niets anders dan het aanstaande kampioenschap. Voor de 50.000 inwoners voelt Bodø/Glimt als ‘hun’ ploeg, een gevoel dat versterkt wordt doordat een aantal selectieleden geboren zijn in de stad en er bij de club veel locals werken. Het is een familieclub – letterlijk, linksback Fredrik André Björkan is de zoon van de sportief directeur – die innig verstrengeld is met Bodø. De dood van voormalig speler Arild Berg, de oom van middenvelder Patrick Berg, raakte heel Bodø hard vorig jaar. De complete selectie was aanwezig op de begrafenis, een dag later verloor de aangeslagen ploeg met 6-0 van Vålerenga. „De hele club is echt verbonden met de stad”, zegt Smits.
Op wedstrijddagen hangen de straten vol met vlaggen van Bodø/Glimt, de inwoners zijn fier op de club. „Zodra je met iemand in Bodø aan de praat raakt, voel je de trots en de blijdschap. Alles in de stad draait nu om de club”, zegt Smits. Janne Ruden, een fanatieke supporter die in 2018 in haar eentje van Oslo naar Bodø verhuisde om de club te kunnen volgen, deelt dat gevoel. „Er heerst goudkoorts in de hele stad”, zegt ze.
Er is één grote smet op het seizoen: lang niet iedereen kan het team live zien spelen. In verband met de coronamaatregelen is slechts een select groepje supporters welkom in het stadion. Ruden zit, net als alle andere leden van J-feltet – de luidruchtige fans – elke thuiswedstrijd op de tribune. De groep probeert er met trommels en gezang het beste van te maken. De meeste inwoners hebben minder geluk en moeten de plaatselijke trots op televisie bewonderen, sommigen begeven zich wel richting het stadion om vanachter een hek of vanuit een hoogwerker een glimp van de wedstrijd op te vangen, rammelend aan de hemelpoort.
Zondag 22 november moet het gebeuren, dan kan Bodø/Glimt in de uitwedstrijd tegen Strømsgodset voor het eerst in de geschiedenis kampioen worden. Als alles goed gaat zal de club volgend jaar aantreden in de voorronde van de Champions League, al durven de spelers daar nog niet over te spreken; ze willen de goden niet verzoeken. De supporters dromen wel al hardop over de komst van Messi en Ronaldo naar Bodø, maar eerst zal binnenkort een volksfeest volgen. „We zullen tot ’s ochtends vroeg zingend door de straten gaan”, voorspelt Janne Ruden. Coronamaatregelen of niet, het wordt hoe dan ook historisch.
Bron: nrc.nl
auteur: Michel Doodeman